Waar is de gestorven gelovige?

 


Een vraag die mensen bezig kan houden is: waar is de gestorven gelovige?
Theo Niemeijer geeft er een helder en Bijbels antwoord op in het magazine van Het Zoeklicht:

We belijden dat de Heere Jezus de dood overwonnen heeft. Maar wat betekent dit voor ons? Johannes 3:16 leert ons dat we door het geloof ‘eeuwig leven’ ontvangen. Maar wat is ‘eeuwig leven’? Johannes leert ons in 1 Johannes 5:11-12 dat ‘eeuwig leven’ niet zomaar ‘eindeloos leven’ is, maar dat ‘eeuwig leven’ een Persoon is, namelijk de Heere Jezus Zelf! Laat het duidelijk zijn dat ‘eeuwig leven’ niet alleen een leven is waar geen einde meer aan komt, maar leven is waar ook nooit een begin aan geweest is. Wanneer we ‘eeuwig leven’ ontvangen, ontvangen we de Heere Jezus in ons leven en daarmee ‘eeuwig leven’. Aan het leven van ongelovigen komt ook geen einde! Het gaat er dus om, waar we de eeuwigheid doorbrengen: in Gods nabijheid of ver van de Heere in de eeuwige verlorenheid!

In Johannes 11 leert de Heere Jezus ons, dat gelovigen niet sterven: ‘een ieder die in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven, gelooft gij dat?’ (vers 26). De dood is het gevolg van de zonde en wanneer de zonde aan het kruis op Golgotha voor ons weggenomen is, dan heeft de dood ook geen macht meer over ons! Het woordje ‘dood’ heeft te maken met ‘scheiding’. Bij de dood worden lichaam en ziel van elkaar gescheiden. Zo trad de ‘dood’ in na de zondeval en werden Adam en Eva van God gescheiden. In die zin sterft de christen niet meer en worden we zelfs niet meer bij het sterven van God gescheiden: ‘Ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven mij zal kunnen scheiden van de liefde Gods’ lezen we in Romeinen 8:38-39!

Gods Woord leert ons dat een christen niet meer sterft, maar ‘ontslaapt’! De uitdrukking ‘ontslapen’ heeft veel meer te maken met afwezig zijn, of verhuizen.
In het Oude Testament daalden de gelovigen na hun sterven af in het ‘dodenrijk’. Zo lezen we in Lukas 16:22 dat ook Abraham na zijn sterven in het dodenrijk afgedaald was. Mozes en Elia spraken met de Heere Jezus op de ‘berg der Verheerlijking’ over ‘Zijn uitgang, die Hij in Jeruzalem zou volbrengen’ (Lukas 9:31). Hier wordt voor het woord ‘uitgang’ in het Grieks ‘Exodon’ gebruikt. Elia en Mozes spraken dus over de ‘Exodus’ die binnenkort plaats zou vinden. Voor zover ik de Schrift begrijp gaat het hier om de Exodus van alle Oudtestamentische gelovigen vanuit het dodenrijk naar het hemelse paradijs! Zo lezen we in Efeze 4:8-9 over de Heere Jezus dat Hij bij Zijn sterven naar het dodenrijk afgedaald is en ‘krijgsgevangenen’ (alle Oudtestamentische gelovigen) vanuit het dodenrijk meegevoerd heeft naar de hoge (het paradijs)! Wat zal dat een ‘exodus’ geweest zijn! Vanaf dat moment daalt de gelovige na zijn sterven niet meer af naar het dodenrijk, maar vaart hij op naar het hemelse paradijs! Net zoals Hij de misdadiger naast Hem aan het kruis beloofde: ’Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn’ (Lukas 23:43).
Voor Paulus betekende het sterven: ‘Heen gaan en met Christus te zijn’ (Filippenzen 1 vs.23) en ‘het verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Heere onze intrek te nemen’ (2 Korinthe 5:8).

Het lichaam blijft dan, in afwachting van de opstanding, op aarde achter maar de ziel is bij de Heere Jezus in het hemelse paradijs. Het lijkt erop dat deze zielen in de hemelse heerlijkheid een ‘tijdelijk lichaam’ ontvangen (zie Openbaring 6:11), tot het moment, waarop de Heere Jezus Zijn gemeente opneemt. Dan zullen de ontslapenen vanuit de hemelse heerlijkheid met de Heere Jezus terugkomen en zullen hun zielen opnieuw verenigd worden met hun op aarde achtergebleven lichamen. ‘De in Christus ontslapenen zullen dan eerst met een verheerlijkt lichaam opstaan en samen met de dan nog op aarde levende gelovigen de Heere tegemoet gaan in de lucht om zo voor altijd bij de Heere te blijven’ (1 Thessalonicenzen 4:14-17).

Samenvattend kunnen we concluderen dat de zielen van de gelovigen na het sterven naar het hemelse ‘paradijs’ verhuizen, waar de zielen waarschijnlijk bekleed zullen worden met een tijdelijk lichaam (gewaad). Bij de opname van de gemeente ontvangen ze hun verheerlijkt lichaam vanuit de opstanding uit de graven en zullen zij met de dan nog op aarde levende gelovigen weggevoerd worden naar het Vaderhuis met de vele woningen (Johannes 14:2).
Pas zeven jaar later, na de grote verdrukking, breekt het Messiaanse vrederijk aan, waarbij we met Christus zullen wederkomen op aarde om met Hem te regeren.

Lees ook eens dit artikel over dit onderwerp of lees hier meer artikelen over de eindtijd.

Reacties