Mijn maandelijkse rondje zwerfafval opruimen in onze wijk zat er bijna op. Tijdens die ‘wandeling’ bad ik of God mij duidelijk wilde maken waar ik over zou kunnen schrijven voor deze rubriek ‘Uit het leven’. Niet veel later wist ik het…
Het was alsof ik de vraag in mijn gedachten kreeg: wat heeft jou de afgelopen tijd beziggehouden? En direct wist ik het antwoord: bezorgdheid. Heel veel bezorgdheid. Wat heb ik lopen tobben over onze kinderen en kleinkinderen omdat het met een aantal van hen niet zo goed ging. Mijn gedachten maakten overuren en zelfs ’s nachts lag ik te malen om oplossingen te bedenken. De keuze was dus snel gemaakt. Ik nam mij voor een artikel over ‘bezorgdheid’ te schrijven en vanuit Gods Woord na te gaan wat Hij erover zegt.
Andere wending
Maar terwijl ik dat onderwerp liet bezinken, verliep het laatste
stukje van mijn rondje totaal anders. Mijn vuilniszak zat inmiddels behoorlijk
vol met zwerfafval en mijn tempo was wat lager geworden. Wonderlijk trouwens wat
je tegenwoordig allemaal aan rommel op straat vindt.
Plotseling stopte er een auto vlak voor mij in de berm langs een doorgaande, vrij
drukke weg. De automobilist deed zijn knipperlichten aan en stapte uit. Langzaam
liep hij naar mij toe over het naastgelegen fietspad. In z’n ene hand had hij een
brandende sigaret en in de andere hand iets waarvan ik op afstand niet kon zien
wat het was. Mijn hartslag liep inmiddels aardig op en ik weet nog dat ik
dacht: gelukkig heb ik een afvalknijper in mijn hand, waarmee ik die man - mocht
hij vervelend worden - een beste klap kon verkopen. Toen hij dichterbij kwam, vermoedde
ik ineens dat hij mij naar ‘de weg’ kwam vragen. Maar het ging anders…
Hij stopte vlak voor mij en zei: ‘Mevrouw, ik wilde even
zeggen dat ik het zo geweldig vind wat u doet. Ik zag u al op de heenweg en
moest nog een boodschap doen. En ik hoopte u op de terugweg weer te zien, want
ik heb iets voor u gekocht.’
De man reikte mij een doosje chocolaatjes aan, in
hartjesvorm nog wel. Dat had ik niet aan zien komen. Hij vervolgde: ‘Ik ben u
zo dankbaar, dat ik dit graag voor u wilde doen. De mensen komen hier genieten
van de natuur en gooien al hun afval maar van zich af. Wat goed dat u dit
opruimt. Ik waardeer dit zeer.’
Sprakeloos
Bijna sprakeloos stamelde ik een ‘dank u wel.’ Wat had ik
mij vergist in deze man. Ik was niet alleen verbaasd, maar voelde me ook behoorlijk
beschaamd. Een doosje chocola, dát had ik nog nooit meegemaakt en dan de manier
waarop!
Toen ik de laatste meters naar huis liep, wist ik waarover
ik zou gaan schrijven. Ik had mij opnieuw zorgen gemaakt, maar was bovendien nogal
veroordelend geweest. Bij voorbaat ging ik uit van verkeerde bedoelingen en
beoordeelde deze man totaal verkeerd. Zoals zo vaak, maak ik in mijn hoofd de dingen
veel erger en groter dan ze in werkelijkheid zijn. Dat was weer een wijze les
deze middag: blijkbaar ben ik zowel bezorgd áls veroordelend. Het lijkt mij
goed eerst eens op zelfonderzoek uit te gaan, Gods Woord te onderzoeken en Mattheüs
6:25-34 nog eens goed te bestuderen voordat ik er in dit magazine over ga
schrijven.
Dit artikel is onlangs verschenen in 'Het Zoeklicht' nr. 11 - 2025 en is een bijdrage die ik voor dit blad mocht schrijven.

Reacties
Een reactie posten
Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.