Onze positie ‘in Christus’ (deel 2/slot)


Nu we in deel 1 ontdekt hebben wat onze positie ‘in Christus’ is en welke rijkdom Hij ons in Zijn oneindige genade gegeven heeft, mogen we in dit tweede deel ontdekken hoe we vanuit deze positie mogen leven. Wat betekent ‘in Christus’ zijn voor onze wandel met God in ons dagelijks leven?

Wat Gods Woord zegt over onze wandel
Zoals we in deel 1 hebben kunnen lezen dat Gods Woord vol staat met gedeelten over onze positie ‘in Christus’, zo staat Zijn Woord ook vol met teksten over hoe wij hiernaar behoren te leven. Hij wil bijvoorbeeld dat wij zout en licht zijn (Mattheüs 5:13-14); we mogen getuigen van Zijn liefde in de wereld (Handelingen 1:8) en we mogen ons ook Gods medearbeiders noemen (2 Korinthe 6:1). We zijn hierin zeer bevoorrecht. En omdat we vanuit onze nieuwe positie in staat zijn om alles in Zijn kracht te doen (Filippenzen 4:13), zijn wij uitgekozen om vrucht te dragen (Johannes 15:16) en zijn we een kanaal geworden voor Zijn verzoeningswerk (2 Korinthe 5:18). Vanuit Gods kracht en genade en met hulp van de Heilige Geest, mag ons leven hiermee in overeenstemming zijn.
Paulus roept ons op, nu wij mét Christus zijn opgewekt, om de dingen te zoeken die boven zijn, waar Christus is (Kolossenzen 3:1-2). En hoewel we nog op deze aarde leven, mag ons denken gericht zijn op hemelse dingen en niet alleen maar op aardse zaken.

Waardige wandel
We worden in veel gedeelten in Gods Woord aangespoord tot een wandel die de roeping waarmee we geroepen zijn, waardig is, in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen (Efeze 4:1-2). Paulus zet ons even later in dit Bijbelboek ertoe aan de leugen af te leggen en de waarheid te spreken, niet te zondigen als we boos worden, de zon niet te laten ondergaan over onze boosheid en de duivel geen plaats te geven. Het is daarom goed ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig te zijn en elkaar te vergeven, zoals ook God in Christus ons vergeven heeft (Efeze 4:25-32).
Veel meer aanwijzingen over de manier waarop we mogen leven, kunnen we in alle brieven van Paulus terugvinden. Als we naar Gods Woord luisteren, zullen we voortdurend willen blijven groeien en veranderen naar Christus’ beeld. Een groot gevaar is wel dat hier wettisisme om de hoek komt kijken en we dit in eigen kracht proberen te volbrengen. Ten eerste is dit zeer vermoeiend omdat we het niet zullen volhouden, maar bovenal omdat we het niet alleen kúnnen. We kunnen zijn genade en zegeningen niet zelf verdienen, Hij zal ze ons geven als we Hem daarom vragen. We zijn nu ‘in Christus’ en dat betekent ook dat Hij Zijn wil in ons leven wil uitwerken. Het kan dan ook niet anders dan dat Christus zichtbaar wordt in ons leven. Jacobus vraagt zich zelfs af of we wel een levend geloof hebben wanneer iemand aan onze manier van leven niet kan zien dat we Hem toebehoren (Jakobus 2:17). Hoe is onze nieuwe positie bijvoorbeeld zichtbaar in ons huwelijk en gezin en op ons werk? Goed om eens over na te denken en voor te bidden.

Jezus Christus Zelf wil ons helpen
Het is belangrijk om een aantal zaken in gedachten te houden. Wanneer we ‘in Christus’ zijn, zal Hij dus altijd bij ons zijn. Hij zal ons niet loslaten of verlaten, wat wij ook doen. We mogen weten dat de Heere ons wil helpen en dat we niet hoeven te vrezen voor wie of wat er op onze weg komt (Hebreeën 13:5-6).
Bovendien mogen we erop vertrouwen dat Hij Die in ons een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus (Filippenzen 1:6). We staan er dus niet alleen voor, maar Hij zal het voor ons doen en voleindigen. Toen wij tot levend geloof kwamen, heeft God (in Zijn nieuwe verbond) Zijn wet in ons hart gegeven (Hebreeën 10:15-17) en daaruit mogen we nu leven. Daarnaast mogen we weten dat we alle dingen aankunnen door Christus die ons kracht geeft (Filippenzen 4:13). Hij geeft ons kracht en we hoeven het niet zelf te volbrengen.
Steeds weer mogen we ons realiseren dat we Zijn maaksel zijn, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen (Efeze 2:10). We mogen eenvoudig doen wat Hij voor ons heeft voorbereid, niets meer en niets minder. Daarbij mogen we er ook op vertrouwen dat de Heere Jezus altijd voor ons bidt en pleit, zonder ophouden (Hebreeën 7:25). Wat een enorme bemoediging is dat!

Geen slaaf meer van de zonde
Zoals de eerste drie hoofdstukken van Efeze over de positie ‘in Christus’ gaan, zo gaan de laatste drie hoofdstukken over onze levenswandel en hoe wij ons behoren te gedragen als kinderen van God. Het is verhelderend om dit gedeelte over onze ‘wandel als kinderen van het licht’ te bestuderen en op je in te laten werken. Leven tot Zijn eer is Gods plan met iedere opnieuw geboren christen.
‘In Christus’ zijn we geen slaaf meer van de zonde (Romeinen 6:1-14) en de duivel heeft - in deze nieuwe positie - geen vat meer op ons. We zijn dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus (vers 11). Hoewel we nog wel kúnnen zondigen, zijn we niet meer overgeleverd aan de zonden. We hebben, dankzij Christus, de mogelijkheid voor het goede te kiezen. Door Zijn liefde en genade mogen wij in vrijheid leven, naar God én naar elkaar.

Oude natuur zit ons in de weg
Als we ons leven aan Christus hebben gegeven en dus zeker zijn van onze verlossing, staat ons vlees toch vaak tegenover de Geest (Galaten 5:17). Want hoewel we met ons verstand weten wat Gods Woord van ons vraagt, is de praktijk weerbarstig. Dit komt doordat onze nieuwe natuur in een oud vleselijk lichaam woont en deze twee naturen - zolang we leven - met elkaar in botsing zullen zijn.
Onze oude natuur is dan weliswaar op de achtergrond geraakt, maar de nieuwe natuur moet nog steeds vechten tegen de oude ‘tent’ waar deze in woont. Het verschil is echter wel dat - nu we ‘in Christus’ zijn - kunnen kiezen voor het weerstaan van zonden, terwijl de oude natuur dit niet kon. Nu hebben we de keuze tussen het voeden van de nieuwe natuur door het Woord, door gebed en gehoorzaamheid, of het voeden van het vlees door deze dingen achterwege te laten of ons met verkeerde dingen bezig te houden. Het is niet zo gemakkelijk om ook daadwerkelijk vanuit onze nieuwe positie te leven. Velen van ons worstelen hiermee. Hoewel we als christenen een nieuwe natuur gekregen hebben, denken en handelen we niet automatisch altijd goed. Immers: de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak (Mattheüs 26:41). Gelukkig mogen we hierbij altijd weer God om hulp vragen wanneer we terugvallen in zonden of oude gewoonten.

Onszelf niet oppoetsen
Heel praktisch betekent het ook dat we moeten stoppen met het oppoetsen van onze oude identiteit en mogen genieten van onze gloednieuwe identiteit ‘in Christus’. Het gaat niet meer om onszelf, maar om Hem. We moeten ophouden met ons eigen ‘ik’ op de troon te zetten en gaan ontdekken wie we zijn ‘in Christus’. Het gaat immers alleen om Hem: ‘… en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij’ (Galaten 2:20). Alleen als we - door Hem - zó leven, kunnen we op alle terreinen van ons leven in kracht en overwinning wandelen.

De wapenrusting van God
Bovenop alle heerlijke beloften en zegeningen die we hebben ontvangen, hebben we ten slotte ook nog de geestelijke wapenrusting die ons mag beschermen tijdens ons leven (Efeze 6:10-17).
Aan Paulus werd het geheimenis geopenbaard dat wij het lichaam van Christus zijn en burgers van een rijk in de hemelen (Filippenzen 3:20). Hemelburgers behoren hun oude gewoonten af te leggen want zij zijn immers met Christus gekruisigd. Niet meer hun wil, maar Zijn wil geschiede!
Vervulling met Gods Geest is dagelijks nodig om ‘gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht’ te wandelen (Efeze 6:10). In eigen kracht kunnen we de strijd tegen Gods tegenstander onmogelijk volbrengen. Wanneer we bereid zijn de wapenrusting aan te doen, leggen we tegelijkertijd de werken van de duisternis af (Romeinen 13:12b).
Door deze geestelijke wapenrusting aan te trekken mogen we ons als hemelburgers gedragen, omdat wij met Hém bekleed en met Hém gezet zijn in de hemelen. Dit begint - zoals eerder gezegd - met het zoeken en bedenken van de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn (Kolossenzen 3:1-2).

‘In Christus’ zijn we geliefd, vergeven en veilig, geadopteerd, gerechtvaardigd, vrijgekocht, verzoend en uitverkoren. In Hem wordt ons de ware betekenis van het leven gegeven. Wat een geweldige Redder is Hij! Laten we elke dag opnieuw bidden dat God aan ons laat zien wie wij ‘in Christus’ zijn zodat ons leven meer en meer in overeenstemming komt met Zijn wil.

Dit artikel is onlangs verschenen in 'Het Zoeklicht' nr. 8 - 2025 en is een bijdrage die ik voor dit blad mocht schrijven.

Reacties