Met de vlam in de pijp...

'Nou, jij hebt een mooi onderwerp voor de bloghop', riep mijn zus naar mij toen ze de ambulance ingeschoven werd. Dat was wel het laatste waar ik aan dacht op dat moment, maar gelijk had ze. Ik mocht naast de chauffeur voorin gaan zitten en daar gingen we ...

Ruim een half uur voordat ik instapte, werd ik door mijn zus Martine gebeld met de vraag of ik kon komen zodat ik mee zou kunnen in de ambulance naar het ziekenhuis in Zwolle. Haar man Arie had griep en ook mijn ouders die heel vaak meegaan met dit soort ritjes, lukte het deze keer niet. 'Natuurlijk', zei ik, 'over een half uur hoop ik bij je te zijn'.
De hartritmestoornis waar mijn zus last van had, hield al geruime tijd aan. Hoewel ze hier de laatste tijd vaker last van heeft, was het deze keer een heftige. Hij ging er dan ook niet 'spontaan' uit en de afspraak die Martine dan heeft gemaakt met de cardioloog is dat ze dan naar het ziekenhuis moet voor een eventuele elektrische cardioversie.
Mijn zus werd stevig ingepakt en kreeg een aantal dekens over zich heen want ze rilde niet alleen van de kou maar ook van haar hoge hartritme. In het begin gaat het meestal nog wel goed, maar naarmate de ritmestoornis langer aanhoudt, gaat haar lichaam er heftiger op reageren. Haar lippen werden blauw en ook haar vingers kregen een vreemde blauwe kleur. Best wel naar om te zien.
'Kom op', dacht ik toen ik in de ambulance stapte en ik praatte mijzelf moed in. Normaal ben ik helemaal geen held op de snelweg - ik vind het dicht op voorgangers rijden soms beangstigend -  maar het kon mij deze keer eigenlijk niets schelen. Ik probeerde mijn snelwegangst weg te redeneren door aan mijn zus te denken. Voor haar was het allemaal veel erger en het was zaak haar zo snel mogelijk in Zwolle te krijgen.
En wat gingen we hard... De chauffeur legde uit dat je niet harder dan 40 km boven de toegestane snelheid mag rijden en daar hield hij zich keurig aan. Met een snelheid van 160 km per uur waren we in no-time in Zwolle. De hele weg stond het blauwe zwaailicht aan maar op drukke punten zette de chauffeur ook nog de sirene aan. Indrukwekkend om te zien hoe alle automobilisten als een speer naar de kant van de weg duiken.
Onderweg had ik geen contact met mijn zus maar ik vertrouwde erop dat de broeder naast haar het wel zou doorgeven als de situatie zou veranderen.
Even leek het er nog op dat er geen plaats zou zijn in Zwolle voor haar maar naar enig aandringen, kon ze hier gelukkig toch terecht. Anders was het een nog langere rit naar Rotterdam geworden....

Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis, ontfermden enkele lieve 'zusters' zich over míjn lieve zus. Het was zo druk dat er al werd meegedeeld dat de uitslag van het bloedonderzoek wel eens even zou gaan duren. En voordat er een arts beschikbaar zou zijn, zouden we anderhalf uur verder zijn. We legden ons erbij neer, we hadden niet veel keuze, en probeerden wat te ontspannen.
Op een gegeven moment boog mijn zus haar hoofd naar de monitor en zei: 'Kijk nou eens'... We keken samen en warempel, haar hart was vanzelf weer in het goede ritme gesprongen. Wat een opluchting.



Heel langzaam kreeg Martine weer een gezonde kleur en kreeg ze het warmer. We durfden nog niet te geloven dat het ook echt over was en wachtten nog heel even met het doorgeven van het goede nieuws aan de familie. Martine heeft al zo veel cardioversies gehad de afgelopen jaren (totaal 42) dat ze zich helemaal had ingesteld op weer een 'klap'. Wat was ik blij voor haar dat het deze keer niet nodig was. Het zag ernaar uit dat we zodra de arts geweest was, gewoon weer naar huis konden gaan. En dan mocht gelukkig ook. We moesten nog wel een lange tijd wachten maar uiteindelijk werd ze weer van alle toeters en bellen afgekoppeld en konden we naar huis.

Wat een avontuur was dit. Op het moment zelf, had ik het niet eens zo door maar nu ik het allemaal nog eens overdenk, merk ik toch dat het een soort rollercoaster is waar je op zo'n moment inzit. Mijn zus is natuurlijk al van kinds af aan bekend met ziekenhuizen en ambulances maar ik had zelf nog nooit in een ambulance gezeten (of gelegen). Gelukkig maar.
Achteraf gezien viel de rit mij enorm mee omdat iedereen gewoon voor je aan de kant gaat en je niet het idee hebt dat je achterop andere automobilisten kunt rijden.
Wat dat betreft zou ik zelf wel een ambulance willen hebben 😃 mét zwaailicht, maar uiteraard zónder mijn zusje achterin. Ik ben blij dat zij weer lekker in haar eigen bed ligt en hoop en bid voor haar dat haar hart rustig blijft kloppen!


Met dit bericht doe ik mee aan de #bloghop van februari 2018 met het thema 'Wanneer deed je voor het laatst iets voor het eerst?'. 


Reacties