Het Tabernakelplan biedt leiding en richting


In de Tabernakel woonde God te midden van Zijn volk. Wat heeft een tent van meer dan 3000 jaar oud, die allang tot stof is vergaan, ons nog te zeggen? Onmetelijk veel. Het is wonderlijk wat een actuele 'schatten' in de Tabernakel zijn verborgen.

In mijn boekrecensie van 'Mijn geestelijke omgang met God' van Bobby Moore, deelde ik al iets over het bidden volgens het 'Tabernakelplan'. Graag vertel ik in dit bericht wat het precies inhoudt en wat Bobby Moore erover schrijft in zijn boek.

Het Tabernakelplan van de geestelijke omgang met God is een methode van God ontmoeten en ervaren die een grote zegen voor je leven zal zijn. De Tabernakel die Mozes van God moest bouwen voor de Israëlieten, biedt leiding en richting voor het in de aanwezigheid van God komen in je geestelijke omgang met Hem.



De deur (1) verschaft toegang tot de plaats waar Gods volk Hem kon ontmoeten. De ingang tot Gods aanwezigheid is de Heere Jezus Christus. Hij zei: 'Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden' (Joh. 10:9). Toen Thomas in Johannes 14 aangaf dat hij de weg tot God niet kende, gaf Jezus een allesbeslissende aanwijzing toen Hij zei:'Ik ben de Weg, de Waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij' (Joh. 14:6). De deur naar een levende geestelijke omgang met God is Jezus. Hij is onze toegang tot de Vader. Er is maar een deur. Ik begin mijn persoonlijke omgang met God door te erkennen dat de Heere Jezus mijn toegangsdeur tot God is.

Als ik de deur ben binnengegaan, ga ik naar het brandofferaltaar (2). Deze offerplaats is zowel een profetie als een herinnering aan het kruis van de Heere Jezus Christus. Het is een beeld van het kruis waar Christus Zichzelf voor mij opofferde. Het is een altaar van dankzegging voor de opofferende, plaatsvervangende, verzoenende, bevredigende, volledig toereikende dood van Christus voor mijn zonde en mij. Ik blijf hier een poosje en prijs God voor het Lam van God dat  mijn zonde weggenomen heeft. Ik mediteer over het kruis en dank God voor het bloed van Jezus Christus, dat mij reinigt van al mijn zonde en dat mij bevrijdt van de straf op en de slavernij van de zonde en satan.

Het brandofferaltaar is ook de plaats waar ik mezelf dagelijks als een levend offer aanbiedt aan God. In het licht van Jezus' offer voor mij, leg ik mijn leven op het altaar van toewijding en opoffering, zoals Romeinen 12 vers 1-2 mij opdraagt te doen.

Het volgende deel van mijn dagelijkse geestelijke omgang met God is om naar het wasvat (3) te gaan. Het wasvat is de plaats van wassen en reiniging. Hier bij het wasvat, belijd ik mijn zonden aan de Ene die kan reinigen en die mijn zonden kan vergeven. Ik proclameer de belofte van 1 Johannes 1:9 'Als wij onze zonden blijden; Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en te reinigen van al onze ongerechtigheid'. 

De priester kleedde zich om bij het wasvat voor hij het heilige binnenging. Het was een beeld van het afleggen van zijn ongerechtigheid en het aantrekken van de rechtvaardigheid van God. Op dit punt in mijn geestelijke omgang met God lees ik vaak het hele derde hoofdstuk van Kolossenzen en maak het persoonlijk. Als ik de dingen van de zondige levensstijl 'afleg' en de levensstijl van iemand die opgestaan is met Christus 'aantrek', wordt het wasvat de plaats waar ik niet alleen mijn zonden belijd, maar ook de plaats waar ik belijd wie ik in Christus ben.

Ik ga naar de gouden kandelaar (4). De kandelaar zorgt voor licht in het heilige. De kandelaar is een beeld van Christus als het Licht van de wereld. De kandelaar heeft olie nodig. Olie is een symbool van de Heilige Geest. Op dat punt vraag ik de Heilige Geest om mij te vullen en in elk deel van mijn leven te stromen zodat ik Hem kan aanbidden, Hem kan weerspiegelen en Hem kan vertegenwoordigen bij hen die in het duister leven.

De tafel van de toonbroden (5) komt daarna. Ik bedenk dat de twaalf broden herinneren aan hoe God Zijn volk in hun wilderniservaring op wonderlijke wijze voedde. Het toonbrood is een beeld van Christus, het brood des levens en het geschreven Woord van God. Hier breng ik tijd door in het Woord van God. Ik luister en ik maak Zijn Woord persoonlijk voor mijn leven. Als ik mezelf voed met Christus en Zijn Woord, wordt mijn leven doordrenkt met Zijn wonderbaarlijke kracht.

Het reukofferaltaar (6) staat in het midden voor het voorhangsel naar het Heilige der heiligen. Openbaring 8:3 vereenzelvigt de geur met de gebeden van de heiligen. Dit is de plaats waar ik mijn 'verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend laat worden bij God (Fil. 4:6).'

Het voorhangsel (7) dat eeuwenlang gesloten was, is van boven naar beneden gescheurd, waardoor de heerlijkheid en pracht van God geopenbaard werd en ieder obstakel, dat mij kan weerhouden de heerlijke aanwezigheid van God binnen te gaan, weghaalt.

Nu ben ik in het Heilige der heiligen (8), in de aanwezigheid van God. In het Heilige der heilige was de Ark van het verbond met daarin de tien geboden, een pot met manna en de staf van Aäron. De ark van het verbond staat bekend als de troon van genade. De hogepriester bracht bloed aan op de troon van genade. Het bloed van Christus is ons middel om God te ontmoeten en gemeenschap met Hem te hebben. De weg naar een persoonlijke relatie met God en intieme omgang met Hem is beschikbaar voor jou en mij. De geestelijke wandel met God is de bron van dagelijks gemeenschap en omgang met God. De tien geboden, de pot manna en Aärons staf herinneren ons eraan dat Gods Woord onze autoriteit is en dagelijks moet worden gehoorzaamd, gepersonaliseerd en toegepast.

- Bobby Moore

Reacties

Een reactie posten

Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.