In Het Zoeklicht van februari 2017 stond een interessante vraag van een lezer. Het antwoord wordt gegeven door Theo Niemeijer.
Is het een Bijbelse opdracht van de gemeente om de Joden
‘thuis te brengen’?
In Genesis 12:3 zegt de Here God tegen Abraham: ‘Ik zal
zegenen, wie u zegenen’. Laat het duidelijk zijn dat Israël Gods uitverkoren
volk is en we door God gezegend worden wanneer we dit volk zegenen. Zo mochten
we tijdens de oorlog de Joden onderdak verschaffen en hen voor de moordzucht
van de nazi's beschermen. We mogen het ook vandaag opnemen voor het Joodse volk
wanneer ze de één na de nadere VN-resolutie aan hun broek krijgen en het
antisemitisme steeds verder toeneemt.
In Matteüs 25:40 worden de volkeren geoordeeld op grond
van hun houding ten opzichte van het Joodse volk. In Joël 3:2 kunnen we
namelijk ook over ditzelfde oordeel lezen dat ‘de Here God met de volkeren in
het gericht zal treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel, dat zij
onder de volkeren verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden, en over
mijn volk het lot wierpen.’ Dit volkeren oordeel wordt nu in Matteüs 25:31-46
beschreven. De Here zegt hier tegen de volkeren: ‘In zoverre gij dit aan één
van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.’
Met ‘deze, mijn minste broeders’ wijst de Here Jezus op
Zijn eigen volk, de Joden, waaruit Hij geboren is. Hij zal het in het volkeren
oordeel tegen alle vijanden van Israël opnemen voor Zijn eigen volk. Dan zal
het vers uit Zacharia 2:8 bevestigd worden: ‘Wie u aanraakt, raakt Zijn
oogappel aan.’ Israël is Gods oogappel en wat je met Israël doet, doe je met de
Here God Zelf! Er wordt in Matteüs 25 gesproken over: ‘Ik heb honger gehad en
gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst gehad en gij hebt Mij te drinken
gegeven. Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en
gij hebt Mij gekleed, ziek, en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis
geweest en gij zijt tot Mij gekomen’ (vers 35-36). Nogmaals, wat je met Mijn
volk gedaan hebt, heb je met Mij gedaan, zegt de Here God. Zo zal Gods belofte
aan Abraham in vervulling gaan en worden zij gezegend die zich voor Gods aardse
volk ingezet hebben.
Pas wel op dat het hier niet gaat om goede werken die ons
in de hemel kunnen brengen, maar om de houding van de volkeren ten opzichte van
Israël die hen de toegang tot het Messiaanse vrederijk verschaft.
Er staat hier letterlijk, dat we geroepen zijn om hen als
vreemdelingen te huisvesten!
Daarbij dienen we wel te weten, dat het volk Israël
grotendeels nog in ongeloof leeft en niets met de Here Jezus te maken wil
hebben. De Joden thuis brengen is nog niet de uiteindelijke oplossing van het
Joodse volk en mag ons nooit ontslaan van de Bijbelse primaire opdracht
(Romeinen 1:16) om hen de reddende boodschap van de Here Jezus te brengen.
Daarnaast is het belangrijk te weten dat profetisch
gezien de Bijbel ons leert dat het aardse volk Israël in de eindtijd nog een
verbond met de antichrist zal sluiten (Jesaja 28:15,18; Daniël 9:27 en Johannes
5:43) en de antichrist zich in de herbouwde tempel te Jeruzalem aan de wereld
zal openbaren (2 Tessalonicenzen 2:3-4). Vlak voor de wederkomst van de Here
Jezus op de Olijfberg, zullen alle volkeren tegen Israël optrekken en zal de
strijd in Jeruzalem hevig woeden. Maar bij Zijn wederkomst zal Hij Zijn eigen
volk van de macht van de volkeren bevrijden en voor hen strijden zoals Hij
vroeger voor Zijn volk streed (Zacharia 14:3).
Pas daarna zal Hij al de verdreven Joden naar het
beloofde land terugbrengen, dan zullen pas alle Joden thuisgebracht worden, niet
door ons, mensen, maar door Zijn engelen (Matteüs 24:31).
Ik weet niet of het een Bijbelse opdracht voor de christenen om de Joden thuis te brengen. Maar het is wel bijbel om Joden die bedreigd worden te helpen om Aliyah te maken. Financieel en op andere manieren. Ik geloof dat de God van Israël er Zelf al heel lang mee bezig is om hen thuis te brengen. Alleen al het feit dat Israël op de kaart staat is daar een bewijs van.
BeantwoordenVerwijderen