Bijzondere gebeurtenissen in Jaffa

De Bijbelstudie die mijn moeder onlangs heeft gedeeld is ontstaan naar aanleiding van een boek dat zij gelezen heeft. Het is een boek van Lynn Austin, een schrijfster die sommigen van jullie vast bekend is. Met name de boeken over Hizkia worden door velen gelezen. De titel van het boek - die haar aan het denken gezet heeft, is: Lopen op het water. Lynn Austin beschrijft hierin haar rondreis door Israël en overdenkt - op allerlei plaatsen - gebeurtenissen die beschreven staan in de Bijbel. Op zeker moment bevindt ze zich bij de bekende, eeuwenoude havenstad Jaffa, in de Bijbel ook wel Jafo genoemd of Joppe.
Op die plaats, uitkijkend over de Middellandse Zee, realiseert de schrijfster zich, dat daar ooit twee bekende Bijbelse figuren gestaan hebben, die beiden heel persoonlijk door God geroepen werden.
Een uit het Oude en de ander uit het Nieuwe Testament. Deze insteek vond zij zo boeiend dat zij zich hierin is gaan gaan verdiepen. Graag deel ik deze keer haar Bijbelstudie en ik hoop dat het ook voor jullie een bemoediging mag zijn.

'Als ik vertel dat er in Jaffa een bijzonder standbeeld staat van een walvis, dan begrijpen jullie onmiddellijk dat we bij de Oudtestamentische persoon aan Jona moeten denken. Hem had de Here God geroepen om naar Ninevé te gaan en te prediken tegen de Assyriërs.
Laten we de eerste verzen uit Jona er maar eens op nalezen.

Het woord van de HEERE kwam tot Jona, de zoon van Amitthai: Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar, want hun kwaad is opgestegen voor Mijn aangezicht. 
Jona 1: 1 en 2

Nu is het belangrijk om te weten wat voor mensen die Assyriërs waren. Het was een wreed, gewelddadig volk. Ze martelden hun slachtoffers op vreselijke manieren en daarbij waren het bittere vijanden van Israël. Door de Assyriërs werden de 10 stammen weggevoerd in slavernij.
En naar deze mensen moest Jona gaan om hen te waarschuwen. Misschien zou je hen in onze tijd kunnen vergelijken met een groepering van I.S., of Boko Haram of iets dergelijks.

Niet dus, dacht Jona, en hij nam spoorslags vanuit Jaffa de boot naar Tarsis - in tegengestelde richting dus. Jullie kennen het verhaal ongetwijfeld allemaal. Toch was het niet alleen angst die Jona deed wegvluchten naar Tarsis. De ware reden van zijn vlucht kunnen we lezen in Jona 4. Hij heeft dan al in de buik van de vis gezeten en zijn gebed om hulp naar God uitgeschreeuwd. Daar lijkt het of hij zijn les geleerd heeft; hij dankt God voor zijn redding. Vervolgens gaat hij alsnog naar Ninevé, om te voldoen aan Gods opdracht. Toch mooi, zou je kunnen zeggen.
Maar laten we eens lezen wat hij achteraf, wanneer God de stad Ninevé gespaard heeft, als reden opgeeft voor zijn onwil om naar de Assyriërs te gaan.

Hij bad tot de HEERE en zei: Och HEERE, waren dit mijn woord en niet toen ik nog in mijn eigen land was? Daarom ben ik het voor geweest door naar Tarsis te vluchten! Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad. 
Jona 4:2

Jona is woedend op God. Hij kan niet uitstaan dat God deze vijanden van het volk Israël vergeving schenkt. Dáár is hij nu vanaf het begin al bang voor geweest!! Hij wist immers maar al te goed hoe God is…..!
Eigenlijk had hij óók kunnen weten dat de roeping van het volk Israël juist was om de heidenen over God te vertellen. Maar Jona vond, dat zo’n verschrikkelijk slecht volk als de Assyriërs daar - wat hem betrof - niet bij hoorde. Hij wilde zélf bepalen voor wie Gods genade mocht gelden.
Jaffa was dus voor Jona de plek waar hij Gods roeping in eerste instantie weigerde; waar hij absoluut niet aan wilde gehoorzamen. Sterker nog… hij is achteraf in zijn hart nog steeds boos op God.

Eeuwen later wordt er opnieuw iemand door de Here God geroepen die op dat moment in Jaffa (of Joppe) verbleef. In dit geval gaat het over de apostel Petrus. Hij logeerde in het huis van Simon de leerlooier, bij de zee, zoals we kunnen lezen in Handelingen 10. Petrus had daar in Joppe prachtig werk kunnen doen. Hij onderwees allerlei joodse mensen en had zelfs de gelovige Dorcas mogen opwekken uit de dood. Laten we Handelingen 10 maar eens lezen om te begrijpen dat Petrus’ leven daar in Joppe ineens volslagen op z’n kop wordt gezet. (lezen Hand. 10: 1-16)

Dit visioen moet voor Petrus onbegrijpelijk zijn geweest en misschien zelfs wel  beangstigend. Als God dan ook nog zegt: Slacht en eet, Petrus... dan roept hij onmiddellijk: Geenszins, Heer, dat heb ik nog nooit gedaan!
Zo dadelijk zullen we nog lezen hoe Petrus reageert als God hem hierna een heel bijzondere opdracht geeft.

Eerst willen we gaan zien of er overeenkomsten zijn tussen Petrus en Jona. Eén  ding hadden ze in ieder geval gemeen: ze waren beiden gewend om te prediken tegen mede-joden. Een andere overeenkomst tussen die twee mannen, was de ongewone roeping om iets totaal anders te moeten doen dan ze gewend waren. Maar, anders dan Jona, springt Petrus niet onmiddellijk in de eerste de beste boot om zijn opdracht te ontlopen.
Laten we nú eens lezen wat de reactie van Petrus was op het visioen van de Here God.

Toen Petrus bij zichzelf twijfelde wat het visioen dat hij gezien had, kon betekenen, zie, daar stonden de mannen die door Cornelius gestuurd waren, bij de poort, nadat zij naar het huis van Simon gevraagd hadden. En zij riepen iemand en vroegen of Simon, die ook Petrus genoemd wordt, daar te gast was. Terwijl Petrus nog over dat visioen nadacht, zei de Geest tegen hem: Zie, drie mannen zoeken u; sta daarom op, ga naar beneden en reis met hen mee. Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd. En Petrus ging naar beneden, naar de mannen die door Cornelius naar hem toe gestuurd waren, en zei: Zie, ik ben het die u zoekt. Wat is de reden waarom u hier bent?
Hand. 10:17-21.

Petrus komt zijn bezoekers heel welwillend tegemoet. Hier zien we hoe Jona en Petrus totaal tegengesteld reageren en handelen. Zo verschillend kun je dus omgaan met een roeping van God.

Jona geloofde niet dat de Assyriërs zich zouden bekeren. Toch gebeurde het. Maar voor Jona hoefde dat helemaal niet. Sterker nog…. Hij kon niet uitstaan dat Gods genade zo groot was dat zelfs dat gewelddadige volk vergeving kreeg en gespaard bleef.


Petrus daarentegen besefte dat hij het visioen waar we over gelezen hebben, niet voor niets gekregen had - dat God daar een bedoeling mee moest hebben. De Here God had het hem wel drie maal laten zien, voor het geval dat Petrus zou denken dat hij zich vergist had.

Maar vervolgens staan er drie mannen uit Caecerea voor de deur, die hem dringend vragen mee te komen, in opdracht van Cornelius, een hoofdman van de Italiaanse afdeling van het leger. Cornelius….. een Romein nota bene! En zoals Jóna wist, hoe goddeloos en wreed het Assyrische volk was, zo wist Pétrus maar al te goed dat de Romeinen meedogenloze heidenen waren, die zijn Heer gemarteld en aan het kruis genageld hadden.
Wat zal Petrus doen, daar op zijn comfortabele logeeradres in Jaffa, waar hij zulke prachtige dingen kon doen … We gaan het lezen.

En Petrus ging naar beneden, naar de mannen die door Cornelius naar hem toe gestuurd waren, en zei: Zie, ik ben het die u zoekt. Wat is de reden waarom u hier bent? En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig man, die God vreest en van wie heel het volk van de Joden een goed getuigenis geeft, is door een aanwijzing van God aangespoord door een heilige engel om u naar zijn huis te ontbieden om van u woorden van zaligheid te horen. Toen riep hij hen naar binnen en ontving hen als gast. En de volgende dag vertrok Petrus met hen, en enigen van de broeders uit Joppe gingen met hem mee.

Het blijkt dus dat Petrus in volkomen gehoorzaamheid met de mannen meegaat naar Caecerea. Hij volgt Gods roeping, hoewel hij nog helemaal niet weet wat de bedoeling is.

En wij…. Hoe reageren wij, als God moeilijke of ongebruikelijke dingen van ons vraagt? Wanneer we weigeren, kunnen we Zijn plannen behoorlijk dwarsbomen. Nee, tegenhouden kunnen we ze niet, maar we staan Hem soms lelijk in de weg met onze eigenwijze, zelfingenomen opvattingen en ideeën.
Waarschijnlijk kennen wij allemaal wel ons eigen ‘Jaffa’, bij dingen waartoe God ons soms roept. 'Nee Heer', zeggen we dan geërgerd, 'hier zitten we niet op te wachten'. En we hebben, denk ik, ook allemaal wel eens de neiging om op de boot te springen – weg van een moeilijke klus…..boos op God zelfs, dat Hij zóiets van ons vraagt! Maar hopelijk helpt het voorbeeld van Petrus ons om met Gods hulp een - in eigen ogen - onbegrijpelijke weg te gaan.

Jona …..en Petrus! Herkenbaar in ons eigen leven?? 

Geschreven door mijn moeder: Annie van den Brink-Meiling


Reacties

  1. Dat is heel inspirerend om te lezen. Ik heb die twee nooit met elkaar in verband gebracht.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja dit was voor mij ook een eyeopener toen ik 'Lopen op het water gelezen' had

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.