
In het stukje uit Mat. 22: 41-45 zijn de Farizeeërs, Herodianen en Sadduceeërs door hun vragen heen. Nu draaide Jezus de rollen om en stelde hen een indringende vraag; wat zij dachten over de identiteit van de Messias. De Farizeeërs wisten dat de Messias een nakomeling van David zou zijn, maar begrepen niet dat Hij God zelf zou zijn. Jezus citeerde Psalm 110: 1 "Aldus luidt het woord des HEREN tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten." Hij deed dit om te laten zien dat de Messias groter zou zijn dan David.
De belangrijkste vraag die wij ooit te beantwoorden krijgen, is wat wij geloven over Christus. Andere geestelijke vragen worden pas belangrijk als wij geloven dat Jezus werkelijk degene is, die Hij zegt te zijn!
Reacties
Een reactie posten
Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.