1. Onderwijs hen en gebruik daarbij het Woord van God
(Deut.6:4-9)
(Deut.6:4-9)
2. Vertel hen wat goed en wat verkeerd is (1 Kon. 1:6-7)
3. Zie hen als gaven van God (Psalm 127:3)
4. Begeleid hen in de wegen van God.(Spreuken 22:6)
5. Tuchtig hen (Spreuken 29:17)
6. Heb hen onvoorwaardelijk lief (Lukas 14: 11-32)
7. Verbitter hen niet (Ef. 6:4)
8. Verdien hun respect door je voorbeeld (1Tim. 3:4)
9. Zorg voor hun lichamelijke noden (1Tim. 5:8)
10. Geef je geloof aan hen door (2 Tim. 1:5)
Reacties
Een reactie posten
Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.