In mijn stille tijd lees ik al weer enkele dagen in het boek Jozua. Wat gebeurt er toch veel met het volk Israël in een hele korte tijd. Er zijn net grote wonderen gebeurd doordat het volk door God door de Jordaan is geleid en de stad Jericho heeft ingenomen. Ze zijn zo vol vertrouwen dat ze zonder God te raadplegen ook de stad Ai willen innemen (H 7). Toch loopt dit volkomen uit de hand.
Eén van de mannen uit het volk - Achan - onderschatte namelijk God en nam Zijn geboden niet serieus (H 6:18). Misschien leek het voor hem maar een kleinigheid maar het hele volk onderging de gevolgen ervan, zijn gezin in het bijzonder. Achan had wél iets weggenomen van de spullen in Jericho en had dit verstopt, terwijl God dit uitdrukkelijk verboden had. Het gevolg was dat Achan met zijn hele familie werd gestenigd en gedood.
Je realiseert je door dit voorval weer eens dat onze daden gevolgen hebben voor meer mensen dan alleen onszelf, net als bij Achan. Laten we oppassen voor de verleiding onze zonden te relativeren door te zeggen dat ze te klein of persoonlijk zijn om andere mensen dan onszelf te treffen.
Aan de andere kant is het heerlijk te weten dat wij niet meer gestraft worden voor onze zonden, hoewel we de gevolgen ervan wel zullen moeten accepteren. De Here Jezus heeft voor onze zonden de straf gedragen en als wij onze zonden belijden is Hij getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven (1 Joh. 1:9). Wat een genade!
Eén van de mannen uit het volk - Achan - onderschatte namelijk God en nam Zijn geboden niet serieus (H 6:18). Misschien leek het voor hem maar een kleinigheid maar het hele volk onderging de gevolgen ervan, zijn gezin in het bijzonder. Achan had wél iets weggenomen van de spullen in Jericho en had dit verstopt, terwijl God dit uitdrukkelijk verboden had. Het gevolg was dat Achan met zijn hele familie werd gestenigd en gedood.
Je realiseert je door dit voorval weer eens dat onze daden gevolgen hebben voor meer mensen dan alleen onszelf, net als bij Achan. Laten we oppassen voor de verleiding onze zonden te relativeren door te zeggen dat ze te klein of persoonlijk zijn om andere mensen dan onszelf te treffen.
Aan de andere kant is het heerlijk te weten dat wij niet meer gestraft worden voor onze zonden, hoewel we de gevolgen ervan wel zullen moeten accepteren. De Here Jezus heeft voor onze zonden de straf gedragen en als wij onze zonden belijden is Hij getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven (1 Joh. 1:9). Wat een genade!
Reacties
Een reactie posten
Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.