Maar nóóit zijn ze buiten Gods bereik. Zijn arm is nooit te kort, zoals Hij ons regelmatig helpt herinneren. (Num. 11:23 en Jes. 59:1)
En dat niet alleen; als onze kinderen ergens in verzeild raken (of dat nou een ziekte is, een ongeval of de uitwerking van een domme beslissing, bijvoorbeeld een zevenklapper door de wc gooien), God belooft dat Hij met hen zal zijn. De manier waarop Hij dat zegt in Jes. 43:2 vind ik toch zo geweldig: 'Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden".'
Merk op dat er niet staat als je door het water trekt, maar wanneer. Problemen, ellende en vreselijke beproevingen zullen zeker komen - en soms is het juist in de tienerjaren dat de rivieren het diepst en de vuren het heetst zijn. Ons geloof wordt getoetst. Maar als wij onze kinderen aan God opdragen en erop vertrouwen dat zijn arm niet te kort is en wij rekenen op zijn machtige aanwezigheid, kunnen we er zeker van zijn dat Hij hen er uiteindelijk doorheen zal helpen"
uit :Elke tiener heeft biddende ouders nodig
Reacties
Een reactie posten
Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.