Een niet werkende moeder bestaat niet

Wanneer ik lees over een 'werkende moeder' denk ik ogenblikkelijk aan een pleonasme. (Bij een pleonasme wordt een eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met het genoemde, nog eens in een bepaling uitgedrukt, al dan niet bewust. Voorbeelden zijn een houten boomstam en het groene gras).
Een moeder die niet werkt, bestaat namelijk niet. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar negen van de tien moeders zijn actief bezig met het moederschap, hoe oud de kinderen ook zijn. Jammer dat dit veelal toch niet als een baan wordt gezien en vrouwen zich pas werkende moeder noemen wanneer ze náást het moederschap nog een baan buitenshuis hebben. Graag geef ik uit eigen ervaring mee dat het moederschap - zeker wanneer de kinderen nog thuiswonen - op zich al een dagvullende taak is waar je veel voldoening uit kunt halen.

Onderstaande bemoedigingen, die speciaal gericht zijn aan alle moeders die ervoor gekozen hebben bewust thuis te blijven bij hun (kleine) kinderen, wil ik daarom graag delen. Het betreft een aantal gedeelten die ik in een interview las in het zomernummer van het opvoedtijdschrift Jente.

Interview Jente
Onlangs werd ik getroffen door een mooi interview met Geertje Sibbing, moeder van twee kinderen van 4 en 3 jaar. Zij had haar leven op de rit maar toch knaagde er iets. Het werk dat ze buitenshuis deed was helemaal haar ding maar toch ervoer ze geen vrede. Na lang wikken en wegen heeft ze haar betaalde baan opgezegd. 'Het was ontzettend moeilijk, maar ik heb nu al het idee dat ik hier meer geleerd heb dan ik al die jaren op mijn werk. Misschien geen nieuwe vaardigheden, wel levenslessen', zegt Geertje in het interview.
'Het raakt me als ik zie dat ouders zo aan het rennen zijn. Opvoeden is eigenlijk je hoofdtaak, maar wij doen het er een beetje bij. De wereld is echt groter dan je werk. De maatschappij is zo onrustig en onoverzichtelijk geworden. Hoe belangrijk is het dan dan je kinderen duidelijkheid en rust geeft, op wat voor manier dan ook'.

Aan Hanneke Poot - van der Windt wordt de vraag 'hoe je dan toch winst haalt uit de periode dat je thuis bent bij je gezin' voorgelegd. Hanneke vindt de vraag al helemaal fout. 'Het is de wereld op z'n kop. We belijden dat elk kind een geschenk van God is en vervolgens gaan we heel hard rennen om zoveel mogelijk onze eigen dromen na te jagen. Je kinderen zijn je prioriteit niet je eigen ontwikkeling'. Ze begrijpt wel dat het als een offer voelt want zo zit de wereld in elkaar. 'Je moet je talenten gebruiken en jezelf ontplooien', vervolgt Hanneke. 'Onze kinderen moeten meedraaien in ons tempo. Er zijn steeds meer ouders, ook christelijke, die hun leven niet aanpassen als er kinderen komen. Ik begrijp dat er brood op de plank moet komen maar hebben kinderen nu echt een groot huis nodig en die enorme tuin? Je kinderen hoeven geen droomhuis, ze willen jou.'

'Er zijn voor je kind, dat is je belangrijkste taak als ouder', zegt Hanneke. 'Het klinkt misschien ouderwets, maar dat is het niet. Onze ouders werkten ook hard, maar de kinderen hadden prioriteit. Je bent niet het doel van je leven. Het gaat om de ontwikkeling van je kinderen. Zij hebben een veilige en rustige omgeving nodig. Vroeger gaven ouders de kinderen de eerste maanden rust. Heel ouderwets misschien maar hersenonderzoek heeft inmiddels aangetoond dat de eerste 36 maanden essentieel zijn voor de ontwikkeling van de hersenstam. Daarin zit je bioritme, je hartritme, je longen, je ademhaling. Die hersenstam ontwikkelt zich door rust en aandacht. Door langzame aanraking, dus niet door een snelle aai in het voorbijgaan. Maar wat doen we? We brengen onze kinderen met zes weken al naar de opvang. In onze buurlanden hebben ze het beter begrepen. Daar hebben ouders minstens een jaar verlof na de geboorte van een kind.'

Wil je meer lezen op mijn blog over moeders die er bewust voor gekozen hebben thuis voor de kinderen te zorgen, lees dan onder de tag 'manager van het gezin'  nog meer artikelen over dit onderwerp.


Reacties