Bijbelstudie (10) - Hoofdstukanalyse



De tweede fase in het bestuderen van een Bijbelboek is het analyseren van elke hoofdstuk uit dat boek. Nadat je de overzichtsstudie hebt afgerond, kun je de afzonderlijke delen bestuderen. Ook dit is een methode waarbij je weer beperkt hulpmiddelen gebruikt omdat het belangrijk is om de Bijbel zélf te laten spreken.
Bij deze methode van de hoofdstukanalyse begin je met een introductie (samenvatting) van een hoofdstuk, daarna doe je een tekst-voor-tekstanalyse en vervolgens eindig je met een conclusie.

Hoe gaat een hoofdstukanalyse in z'n werk?
  1. Schrijf een samenvatting van het hoofdstuk. Je kunt het best het betreffende hoofdstuk een aantal malen herlezen. Wanneer je het verscheidene malen hebt gelezen, geef je een algemene beschrijving van de inhoud. Probeer nu nog niet te interpreteren maar probeer het hoofdstuk je eigen te maken.
  2. Noteer je observaties. Bekijk elke zin en elk woord tot in detail en schrijf alles op wat je ziet en probeer de vraag 'wat zegt dit' te beantwoorden. Voordat je kunt beginnen met interpreteren van de betekenis van de tekst, moet je eerst kijken naar wat er eigenlijk staat. Het doel van observeren is het volledig doordrongen raken van de inhoud van een Bijbelgedeelte. Er zijn een aantal oorzaken waardoor we soms zoveel missen in een Bijbeltekst: We gaat te snel door een Bijbelgedeelte heen, we schrijven de observatie niet op of we geven te snel op.
    De sleutel tot goede observatie is dus een combinatie van ijver, geduld, veel vragen stellen en opschrijven wat je ziet.
  3. Stel interpretatievragen. Wanneer je het bestudeerde gedeelte zo volledig mogelijk hebt geobserveerd, kun je de tekst gaan interpreteren. Dit houdt in dat je inhoudelijk vragen stelt en vervolgens probeert die te beantwoorden. Dit zijn vaak vragen die beginnen met wat en waarom. Ook is het een goed idee om dingen die je moeilijk vindt op te schrijven. Wie weet worden deze vragen in de toekomst beantwoord. Om de juiste antwoorden te vinden op de vragen kun je kijken naar de juiste betekenis van de tekst, de context. Ook kun je de gebruikte woorden en zinnen definiëren. Bestudeer ook de grammatica en de structuur van de zinnen. Vergelijk verschillende vertalingen van de tekst en bestudeer de achtergrond van de tekst. Ook kun je je tekst met andere delen van de Bijbel vergelijken en een commentaar bij de Bijbel gebruiken (als laatste hulpmiddel).
  4. Zoek de samenhang met andere Schriftplaatsen. Deze stap houdt in dat je verwijsteksten zoekt bij de teksten van je hoofdstuk, om de betekenis van die teksten nader te verklaren. Dit is gebaseerd op het interpretatieprincipe dat zegt: 'De Bijbel interpreteert zichzelf; de Schrift zelf kan de Schrift zelf het beste uitleggen.'
  5. Schrijf een aantal mogelijke toepassingen op. Het gaat er natuurlijk ook om dat je niet alleen interpreteert maar hetgeen je gelezen hebt ook toepast in je dagelijks leven.
  6. Schrijf enkele conclusies en toepassingen op. Ga eens terug naar de toepassingen die je hebt opgeschreven en kies er een uit om de komende tijd aan te werken. Het moet wel een persoonlijke, praktische, haalbare en meetbare toepassing zijn.
Kijk voor nog meer uitleg over deze methode van Bijbellezen op blz. 189 t/m 205 van dit document.


Reacties

Een reactie posten

Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.