Als ouders geloof niet voorleven, verdwijnt het

In gezinnen waar niet openlijk over geloof wordt gesproken en het niet wordt voorgeleefd door de ouders, is er grote kans dat kinderen later niets meer of veel minder met het christelijk geloof doen. Dat blijkt uit het rapport Wisseling van de wacht: generaties in Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau. "Een godsdienstig huiselijk milieu is een voorwaarde voor de ontwikkeling van godsdienstigheid bij de kinderen, waarbij vooral gewoontevorming - via kerkgang en gezamenlijk gebed - belangrijk is, evenals een voor de kinderen manifeste, persoonlijke doorleefdheid bij de ouders", aldus het rapport.
Het algemene beeld is dat zowel ouders als de kinderen nogal ver verwijderd zijn geraakt van het jeugdgeloof van hun ouders. De gereformeerden vormen in alle opzichten de meest godsdienstige groep. "Zij zijn duidelijk vaker dan de hervormden en katholieken het geloof van hun kinderjaren trouw gebleven en slagen er bovendien beter in dit op hun eigen kinderen over te dragen." In gereformeerde gezinnen waar vroeger vrijwel dagelijks (91 procent) gezamenlijk gebeden werd en uit de Bijbel voorgelezen doet het oudste kind dat nu nog in 40 procent van de gevallen.

Reacties