Misschien heb je wel eens gehoord dat mensen 10 procent van hun inkomen weggeven. Maar waar komt dit principe vandaan en waarom zou je dat eigenlijk doen?
Oorsprong
Wanneer we in de Bijbel lezen, komen we het geven van tienden al tegen in het eerste Bijbelboek. Ook in
andere boeken van het Oude Testament (o.a. Numeri en Deuteronomium) kunnen we
erover lezen. In het Oude Testament wordt gesproken over de twaalf stammen van
Israël. Eén van die stammen was de stam Levi - zij werden Levieten genoemd. De Levieten
waren behulpzaam bij de diensten in de tabernakel en de tempel; zij dienden de
priesters. Zij deden dienst in het huis van God en hadden dus een bijzondere
taak van God gekregen. Om volledig vrij te zijn ten behoeve van de dienst van
de Heer, werden aan hen tienden gegeven (Num.18: 1-32). Zij ontvingen van de
overige stammen een tiende deel van o.a. de opbrengst van het veld, hun vee en
hun inkomen. Op deze manier konden ook de Levieten voorzien in hun
levensonderhoud. Het was een wet die door God was ingesteld met als doel dat
niemand gebrek zou leiden.
Maar hoe zit dat dan met ons, geldt deze wet ook nog
voor deze tijd?
Deze wet die destijds - via Mozes - door God werd
ingesteld, was bedoeld voor het volk Israël. Zij werden opgeroepen zich hieraan
te houden. In het Nieuwe Testament vinden we deze regel niet meer terug. Toch
wil dat niet zeggen dat we het principe maar naast ons neer zouden moeten
leggen. In zekere zin is het geven van 10 procent van ons inkomen helemaal niet
verkeerd. Het is goed om te weten dat het sowieso een Bijbelse opdracht is om
te geven. God heeft namelijk beloofd daaraan Zijn zegen te verbinden.
Het is dus goed en Bijbels om je eigen gemeente, waar je
geestelijk gevoed wordt, financieel te ondersteunen (lees ook Gal. 6:6). Het
werk van en voor God kan niet doorgaan als er onvoldoende financiële middelen (in
een gemeente) zijn.
De juiste motivatie
Ten diepste gaat het erom te geven vanuit de juiste
motivatie, alleen dán zal God Zijn zegen eraan geven. Wanneer we lezen over het
verhaal van de arme weduwe in Lukas 21 zien we dat hetgeen wát ze gaf niet veel
was, maar ze gaf het met haar hart. Het was zelfs haar hele levensonderhoud;
zij had dus alles voor God over. Dit is het praktische voorbeeld dat Christus
ons voorhoudt. Hij kijkt niet naar de gave op zich of naar de hoeveelheid, maar
Hij kijkt naar de bron waaruit die gave ontspringt. Als ons hart echt bewogen
is, zullen we bereid zijn om Gods werk ruimhartig te ondersteunen. Het is
uiteindelijk Gods verlangen dat Zijn werk doorgaat. God heeft de blijmoedige
gever lief (2 Korintiërs 9:7) en we mogen dan ook geven naar vermogen, met een
dankbaar hart.
Deze blog mocht ik schrijven voor de website van 'Ik zoek God' en is verschenen in februari 2023.
Ik had 'm al gelezen op ikzoekgod,nl Wendy, goeie blog. Ik geloof er heilig in :)
BeantwoordenVerwijderen