Nemen we nog tijd om ‘te peinzen in het veld’?


Onlangs las ik in Genesis 24 een paar opvallende woorden. Eliëzer, de knecht van Abraham, is op de terugweg van zijn reis naar Mesopotamië. Hij brengt Rebekka mee als vrouw voor Isaak. Wanneer ze bijna thuis zijn, lezen we in vers 63: 'Isaak ging tegen het vallen van de avond uit om te peinzen in het veld’ (NBG). Wat later ziet hij in de verte de kamelen van Eliëzer aankomen en dan weet hij dat zijn bruid er bijna is.

Het lijken eenvoudige woorden, maar ze raakten mij. Nu kun je dit ‘peinzen’ natuurlijk op veel manieren invullen, maar wat ik uit dit gedeelte opmaak, is dat Isaak aan het einde van een waarschijnlijk drukke werkdag, bewust de tijd nam om zich even af te zonderen om na te denken en te bidden (in de HSV wordt ‘peinzen’ vertaald met ‘bidden’). Hij had ongetwijfeld van zijn vader Abraham gehoord dat Eliëzer op weg was gegaan om een vrouw voor hem te zoeken en dat kreeg hij natuurlijk moeilijk uit zijn gedachten. Hij wist dat het waarschijnlijk niet lang meer zou duren voordat de dienstknecht van Abraham terug zou keren. Met welke vrouw zou hij thuiskomen? Hoe zou zijn toekomst met haar er dan uitzien? Zou het een aantrekkelijke vrouw zijn? Wat voor karakter zou zij hebben? Zou zíj er ook naar uitzien om hém te ontmoeten? Hij legde alles voor aan zijn Hemelse Vader.

Isaak zal zich honderden dingen hebben afgevraagd en zijn gedachten moeilijk tot stilstand hebben kunnen brengen. Het zal heus niet de eerste avond zijn geweest dat hij op deze plek heeft zitten nadenken. Hij wist natuurlijk niet op welke dag Eliëzer terug zou komen. Er waren geen mobiele telefoons of andere middelen om elkaar te informeren. Je moest geduld hebben en wachten. In elk geval zag hij verlangend uit naar zijn toekomstige bruid en verheugde zich erover dat zij elk moment zou kunnen komen. Hij had zich daarop ingesteld en was biddend bezig met de vraag hoe het zou zijn wanneer hij zijn bruid ging ontmoeten.

Persoonlijk denk ik dat er in dit gedeelte een aantal lessen zitten voor ons allemaal. Allereerst is het goed om eens bij onszelf na te gaan of we überhaupt nog de tijd nemen om af en toe 'te peinzen in het veld'. Nemen we nog tijd om na te denken en te bidden voor de dingen die komen gaan? En áls we daar dan al aan toekomen, waar denken we dan precies over na? Bereiden ook wij ons voor op de komst van ónze Bruidegom? Denken we na over Hem en over hoe onze toekomst met Hem eruit zal zien?

Misschien moeten wij vandaag het veld weer eens in om te peinzen en te bidden. Het zal ons zeker kunnen helpen om met meer verlangen uit te zien naar Zijn komst, zodat we ons erop kunnen voorbereiden en verheugen. Het zal niet lang meer duren, onze Bruidegom is in aantocht!

Dit artikel is onlangs verschenen in 'Het Zoeklicht' nr. 5 2022 en is een bijdrage die ik voor dit blad mocht schrijven.

Reacties