Een reis op blote voeten - een tweede verhaal


Wanneer mijn ingezonden verhaal voor de Visie niet in de prijzen zou vallen, zou ik het op dit weblog publiceren zoals ik heb beloofd. Dus... bij deze opnieuw een verhaal over 'een reis op blote voeten'. 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Al starend naar het witte beeldscherm gingen haar gedachten van hot naar her.
Een reis op blote voeten. Hoe zou ze hier opnieuw een pakkend verhaal van kunnen maken? Ze had het immers al gewaagd om over een marathon op blote voeten te schrijven op een van haar weblogs? De inspiratie ontbrak haar volledig. Een tweede zomerverhaal zou niet gaan lukken…

Totdat… het nieuws haar trof of liever gezegd: totdat een foto - met bijbehorende tekst - haar trof. ''De christenen in Irak hebben alles achter moeten laten, zelfs hun schoenen, en zij zijn op blote voeten op weg gegaan”. Het beeld van een moeder met in haar linkerhand een stevig vastgeklemde kinderhand liet haar niet meer los…

Het kind liep bijna een halve meter achter haar aan en werd letterlijk meegesleurd. Weg… verder… steeds verder. Het weet niet waarheen, de moeder evenmin. De moeder en haar zoontje zijn, net als zoveel anderen, op de vlucht. In haar rechterhand heeft ze een bijna lege fles water, het kind een wat kleiner flesje waar nog een klein bodempje troebel water inzit. Op haar rug draagt de moeder een linnen tasje met enkele spulletjes die voor het grijpen lagen toen ze in allerijl moesten vertrekken. Inmiddels zijn ze al acht uur onderweg en er lijkt geen eind aan hun ‘wandeling’ op blote voeten te komen.
                ‘Waar is papa’, vraagt het kind alleen maar. ‘Wanneer komt hij nou, mama?’. Moeder antwoordt niet meer, ze is doodmoe… van het lopen, van het denken en van alle vragen die haar zoon stelt.
                ‘Loop nou maar door, jongen’, roept ze herhaaldelijk. ‘Misschien haalt papa ons straks nog wel in, hij kan hard lopen… hij komt vast’. Ze weet dat het niet waar is, maar ze probeert haar zoon moed in te spreken zodat hij vol zal houden.
De zon brandt. Het droge, hete zand waait hen in het gezicht en gloeit onder hun voeten. De blaren onder hun voeten doen pijn, de lippen zijn droog en gebarsten en hun magen rammelen van de honger.

Schuin voor hen loopt een magere man, een jonge vader. Hij draagt zijn dochter op een van zijn gebruinde armen en heeft de handen in elkaar gevouwen om haar gewicht beter te kunnen dragen. Het meisje heeft één arm strak om vaders nek geklemd. Het haar dat eens zo prachtig glom, is dof en zit piekend om haar hoofdje heen. De oogjes staan treurig - tranen zijn opgedroogd op het vastgeplakte zand op haar wangen.
                ‘Komt mama niet?’, vraagt het kind met een hoog, piepend stemmetje aan vader. ‘Blijft ze daar zitten? Doen haar voeten zo’n pijn van het lopen? Kun jij haar niet dragen, papa? Haal je mama straks dan op? Helpt iemand haar?’. Ook dit kind zit vol vragen en ook deze vader antwoordt bijna niet meer. Zijn armen doen pijn en hij heeft al zijn energie nodig om het kind vast te blijven houden.
                ‘We gaan door, meisje. Het zal niet zo ver meer zijn…  we gaan door’, meer kan hij niet uitbrengen.

Duizenden Jezidi’s lopen achter elkaar op het stoffige zandpad de bergen in. Op weg naar… waarheen eigenlijk? Ze weten het zelf niet.
Vluchten, wegwezen, rennen voor je leven… dat is alles wat er keer op keer door hun hoofden gaat.
Wat ze niet weten, is dat de weg tegen de berg op, in feite nergens heenleidt. Het zal slechts een tijdelijke schuilplaats zijn. Áls ze al zullen aankomen, is er geen weg meer terug. Toch moet het - ze hebben geen andere keuze. Ze hebben geen water, voedsel of medicijnen. Hopelijk kunnen ze zich enkele dagen schuilhouden, want wanneer ze vanuit de bergen terug willen keren, is de kans groot dat ze vermoord zullen worden. Wellicht komen anderen hen helpen? Koerden…? Amerikanen…? Wie dan ook…

Een paar meter achter de moeder met haar zoon en de vader met zijn dochtertje loopt een jonge tiener, helemaal alleen. Alle familieleden zijn voor zijn ogen een voor een doodgeschoten, maar hij is ontsnapt en meegelopen met de groep Jezidi’s de bergen in. Ook hij is moe, om niet te zeggen uitgeput. Alles wat hij mee heeft kunnen nemen, draagt hij onder zijn armen. Een oude, vieze deken, een vest en een klein boekje. ‘Zijn’ boekje met liedteksten. Het is voor hem op dit moment letterlijk van levensbelang. Zingen is en blijft zijn lust en zijn leven. Elke nieuwe liedtekst die hij leest of in zijn hoofd opkomt, schrijft hij op en zingt het net zolang totdat hij het dromen kan. Deze keer gaat er een heel oud lied steeds maar door zijn hoofd: ‘Each step I take just leads me closer home.’
Plotseling schraapt de jongen zijn keel, neemt een klein slokje water en begint zachtjes een versje te zingen dat zijn ouders hem ooit geleerd hebben:

Each step I take my Saviour goes before me,
And with His loving hand He leads the way,
And with each breath I whisper "I adore Thee;"
Oh, what joy to walk with Him each day.

De jongen blijft recht vooruit kijken ook al voelt hij allerlei blikken in zijn richting geworpen worden. Hij móet dit lied zingen. Hij kan gewoon niet meer zwijgen en zingt nog harder het refrein.

Each step I take I know that He will guide me;
To higher ground He ever leads me on.
Until some day the last step will be taken.
Each step I take just leads me closer home.

Ineens hoort hij achter zich een ouder echtpaar meezingen. Verbaasd kijkt de tiener om. Even dacht hij dat hij de enige was, maar er zijn er dus meer, ze zijn er dus toch… medebroeders en -zusters die zijn hoop en passie delen… de Enige hoop…

At times I feel my faith begin to waver,
When up ahead I see a chasm wide.
It's then I turn and look up to my Saviour,
I am strong when He is by my side.

Hij herhaalt het refrein en zingt uit volle borst het laatste couplet.

I trust in God, no matter come what may,
For life eternal in His hand,
He holds the key that opens up the way,
That will lead me to the promised land.

Dit is zijn rotsvaste vertrouwen.Each step I take just leads me closer home, to the promised land.’
Het beloofde land, dát is waar hij naar uitziet, dát is waar hij naar verlangt, waar hij thuishoort.
Hij weet zeker dat God hem daar zal brengen, misschien nu al wel, misschien al heel snel. Hij herhaalt het lied nog een aantal keren net zolang tot zijn stem zo schor is dat hij niet meer zingen kan.
Hij hoopt dat hij al zingende ook de anderen kan bemoedigen om vol te houden.

Uiteindelijk was het haar dan toch gelukt opnieuw een verhaal aan het papier toe te vertrouwen. Een zomerverhaal. Een zomerverhaal? Dat zou iets totaal anders moeten zijn. Strand… zee... schelpen…  een cocktail… zonsondergangen… een hangmat… relaxen… even geen problemen…

Maar dít… dit had zij niet verwacht. Die blik op de foto met de tekst was bijna té erg voor woorden.
Ze heeft er toch een paar kunnen vinden, vertrouwend op Hem. Alleen Hij zal uitkomst kunnen bieden aan al die mensen die deze reis op blote voeten hebben gemaakt… 



Reacties

  1. Mooi! Kippenvel als de jongen gaat zingen en anderen mee gaan doen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bijzonder verhaal Wendy, maar wel werkelijkheid. Geen zon, zee, schelpen, maar realiteit. Ik vind het ook wel eens moeilijk dat 'ons' christendom geworden is tot strikjes en hartjes en bloemen (als ik in de chr. boekhandel kijk tenminste) en lifestyle dingetjes.... dat slaat eigenlijk helemaal nergens op.... maar daar gaat jouw verhaal dus over.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Fijn dat je een reactie achterlaat. Deze wordt eerst gecontroleerd dus het kan even duren voor je hem terugziet onder het bericht.