Opvoedingskwaliteit vraag tijd (1)

Een artikel van  Drs. Corine Vrijmoeth - van den Ham

“Mam, wilt u een spelletje met mij doen?” Eén van de kinderen komt aangelopen met een spel in de hand. Wat te doen? Ik ben al aan de late kant met de voorbereidingen voor het avondeten. We moeten op tijd eten, want vanavond zijn er weer andere bezigheden. Razendsnel reken ik uit hoeveel tijd ik nog kan missen. Tien minuten heb ik nog wel over. Met kinderen in ons leven zijn we zo langzamerhand gepokt en gemazeld waar het gaat om flexibel onszelf aanpassen aan de dingen die gebeuren. “Goed, meisje, één spelletje lukt nog wel voor het eten”, is mijn antwoord.

Herkent u dit beeld? Hoe komt het toch dat wij als moderne ouders zo weinig tijd over hebben om met onze kinderen te spelen, hen voor te lezen en simpelweg een eindje te wandelen? Hoe hebben onze moeders dat vroeger toch gedaan? Ze hadden geen vaatwasser, nog geen wasmachine en zeker geen wasdroger. Ze hadden het wat huishoudelijke taken betreft dus veel drukker. Ik zie nog alle stoelen in treinopstelling in de gang staan als de kamer een grote beurt kreeg. En wat dacht u van verstoppertje spelen tussen de lakens die in de kamer op een provisorisch gespannen waslijn hingen omdat het in ons kikkerlandje weer eens regende.
Nee, ik begrijp niet hoe mijn moeder dat klaarspeelde. Toch lukte dat. En mijn moeder had ook vier kinderen.
Heb ik er zelf voor gekozen om zo gepland te leven en zo druk te zijn? Ja en nee. Ja, wat betreft mijn keuze om zelf voor onze kinderen te zorgen en alleen onder schooltijden te werken. Nee, wat betreft de zaken die dan toch in huis blijven liggen, ondanks mijn trouwe hulp die wekelijks het huis doorgaat.

Waar ligt het dan aan?
Ik denk dat in het algemeen gesteld kan worden dat wij onze kinderen veel willen bieden om zich te ontwikkelen. Muziekles, snorkelles, balletles, judo, voetbal, tekenles, paardrijles, etc.
Wij willen hun geven wat er in onze tijd niet zo was. In de tijd die wij onze kinderen willen geven, moeten vooral veel ontwikkelmomenten aanwezig zijn. We willen graag dat ze uitblinken, goed zijn in hun hobby zodat we trots op hen kunnen zijn. En dat mag ook.
Laatst las ik een artikel over dit fenomeen. We willen graag allemaal kinderen. We ‘nemen’ die op onze tijd. We beslissen om niet zoveel kinderen te krijgen dat we niet meer aan onszelf toekomen. Dus als we dan eerst gewerkt hebben aan onze carrière en een huis hebben gekocht en ingericht, zijn we klaar voor een kind.
Dat kind moet wel geweldig zijn, want we hebben alles keurig gepland, een dure babykamer geplaatst en nu worden alle mooie dromen waar over het zo begeerde ouderschap. We hebben álles voor dat kind over.
Mis. Vergeet het maar. Een kind houdt zich niet aan de regeltjes die u van tevoren hebt uitgedacht. Schema’s? Vergeet het maar. Een kind heeft zijn eigen wil en eigen karakter en als het ouder wordt wil het steeds meer aandacht.
Een kind is de vervulling en bekroning van de liefde tussen man en vrouw. Zeker. Een kind kost geld. Zeker! Een kind kost ook een hoop tijd. Tijd die wij met alle liefde willen geven, zolang het maar binnen de perken blijft. En zolang wij onszelf nog maar kunnen ontplooien. Zo wordt volgens dat artikel ongeveer in Nederland gedacht.
Gaat het in christelijke gezinnen anders? Ja, wat betreft de visie op het krijgen van kinderen van God. Nee, wat betreft het ‘tijd hebben’. Er zijn ook christenmoeders die werken, en ook zij ervaren dat het hebben van tijd een probleem is.

Waarom werk ik?
Ik vraag mijzelf wel eens af waarom ik eigenlijk mijzelf qua tijd zo in de nesten werk.
Werk ik om niet thuis te hoeven zitten?
Werk ik omdat we het geld nodig hebben?
Werk ik om mijzelf, mijn talenten te kunnen ontplooien?
Werk ik om de kinderen wat extra te kunnen geven?
Werk ik om mee te tellen in de maatschappij?
Wat is uw reden om te werken? Het is wel eens goed om je dat af te vragen en een duidelijk beeld daarvan te krijgen.

Even rekenen
Een simpel rekensommetje, overgenomen uit ‘Tijd maken’, door drs. Kees Roest:
Een week heeft 168 uur. We slapen daar gemiddeld 49 tot 56 uur van. 168 - 53 = 115 uur.
Werktijd 36 uur. 115 - 36 = 79 uur. Woont u niet in de plaats waar u werkt ? Trek er nog zo’n 9 uur af. Blijft over 70 uur. De zondag doet niet mee. Dus nog 16 uur eraf. Blijft over 54 uur. Zes keer een maaltijd van een uur. Restant 48 uur. In die 48 uur moeten dus alle activiteiten plaatsvinden. U werkt meer dan die 36 uur? Misschien als manager wel 70 uur? Dan blijft er voor u maar 14 uur over!
Deze schamele rest is het resultaat van de keuze om zoveel te werken. Veel werken gaat onherroepelijk ten koste van andere doelen die je zou willen realiseren.
De auteur, klinisch psycholoog en leider van  tijdsmanagementtrainingen, geeft in bovengenoemd boek aan dat het zinvol is om je doelen in de gaten te houden en vooral ook je tijdsbesteding eens op te schrijven. Klopt de tijdsbesteding met de doelen die je nastreeft? Wat kunnen we doen om onze tijd  zo in te vullen dat we tevreden zijn over de gedane zaken? Allereerst doelen stellen en in de tweede plaats prioriteiten aanbrengen in die doelen.

Lees hier ook deel 2 en deel 3.

Reacties